SKMS-project: verschil tussen versies
Geen bewerkingssamenvatting |
Geen bewerkingssamenvatting |
||
Regel 1: | Regel 1: | ||
In 2014 kende de Stichting Kwaliteitsgelden Medische Specialisten (SKMS) een subsidie toe met de titel <br /> '''"Implementatie van en scholing bij richtlijn syncope: het opheffen van een grote blinde vlek in de geneeskunde".''' | In 2014 kende de Stichting Kwaliteitsgelden Medische Specialisten (SKMS) een subsidie toe met de titel: <br /> '''"Implementatie van en scholing bij richtlijn syncope: het opheffen van een grote blinde vlek in de geneeskunde".''' | ||
'''De subsidieaanvrag meldde o.a. het volgende:''' | '''De subsidieaanvrag meldde o.a. het volgende:''' |
Huidige versie van 10 jan 2018 om 13:36
In 2014 kende de Stichting Kwaliteitsgelden Medische Specialisten (SKMS) een subsidie toe met de titel:
"Implementatie van en scholing bij richtlijn syncope: het opheffen van een grote blinde vlek in de geneeskunde".
De subsidieaanvrag meldde o.a. het volgende:
"Wegrakingen bestaan uit syncope, epilepsie en psychologische schijnbewusteloosheid. Syncope bestaat uit reflexsyncope (vooral vasovagaal), syncope door orthostatische hypotensie en door hartziekten. Het risico varieert van onschuldig tot de dood. Maar liefst 30-40% van de bevolking valt een of meerdere malen flauw, en syncope is wereldwijd goed voor 2-3% van alle EHBO-bezoeken en ±1% van acute opnamen. Helaas is de zorg voor syncope wereldwijd inadequaat, met 20-40% verkeerde of ontbrekende diagnosen, ondanks een goede richtlijn: de ESC richtlijn van 2009. Toepassing daarvan levert betere en goedkopere zorg op. Helaas past slechts een handvol experts de richtlijn toe. De voornaamste reden hiervoor is dat geen enkel specialisme de meest voorkomende wegraking op alle leeftijden, reflexsyncope, tot het eigen gebied rekent. Het project is een initiatief van de Nederlandse Vereniging voor Neurologie, de Nederlandse Internisten Vereniging en de Nederlandse Vereniging voor Cardiologie, in samenwerking met de Nederlandse Vereniging voor Klinische Geriatrie. Het doel is om educatiemateriaal te maken om daarmee de Europese richtlijn bekender en beter toegankelijk te maken."
Uitgangspunten
Het onderwijsmateriaal is primair ontwikkeld door vertegenwoordigers van vier specialismen (neurologie, cardiologie, interne geneeskunde en klinische geriatrie). De keus van die vier specialismen berustte voor een groot deel op haalbaarheid van het project, en impliceert zeker niet dat alleen die specialismen met wegrakingen te maken hebben. Dat blijkt ook uit de volgende uitgangspunten die tijdens de ontwikkeling geformuleerd werden: - Vasovagale syncope komt zoveel voor dat iedere arts die zich met wegrakingen bezig houdt de uitingen van vasovagale syncope goed moet kennen - Iedere arts die zich bezig houdt met wegrakingen moet de alarmtekenen van cardiale syncope kennen, wegens de risico's van de onderliggende aandoening. Deze uitgangspunten lopen als een rode draad door het onderwijsmateriaal. Het materiaal is ingedeeld naar de vier specialismen die het project vormden, maar dat hoeft geen belemmering te zijn voor medisch studenten, huisartsen, SEH-artsen, kinderartsen en alle anderen die met wegrakingen te maken hebben. De casus zijn bv. ook makkelijk te rangschikken naar de moeilijkheidsgraad.
SKMS projectgroep
Algemeen voorzitter
- JG van Dijk, neuroloog, LUMC
Neurologie
Deelvoorzitter
- RD Thijs, SEIN Heemstede / LUMC
Leden
- D Boerman, Rijnstate ZH
- SC Ponten, Alrijne ZH
- HF Visée, Jeroen Bosch ZH
Cardiologie
Deelvoorzitter
- FJ de Lange, AMC
Leden
- A Aerts, Zuyderland ZH
- T Dinh, MUMC+
- MEW Hemels, Rijnstate ZH
Interne Geneeskunde
Deelvoorzitter
- JHW Rutten, Radboudumc
Leden
- MPM Harms, UMCG
- CTP Krediet, AMC
- M Muller, VUMC
Klinische geriatrie
Deelvoorzitter
- N van der Velde, AMC
Leden
- JAHR Claassen, Radboudumc
- G Ziere, Havenziekenhuis/Erasmus MC
Onderwijskunde
- J Bustraan, LUMC
- P Peters, LUMC